Cairns

11 november 2014 - Bandung, Indonesië

Cairns onze laatste beste bestemming die we in Australie bereiken via de bus. Dit was een rit van 6 uurtjes, deze rit is ons ook erg meegevallen we reden overdag dus hebben we lekker naar buiten kunnen kijken en wat van het landschap kunnen zien. In de buurt van Townsville en eigenlijk in heel Queensland wordt suikerriet/sugar cane verbouwd.

Dit is het grootste soort gras op bamboe na. Als je suikerriet ‘maait’ groeit dit dus vanzelf weer aan. Vroeger moesten de mannen het veld in om suikerriet met de hand te maaien, dit was een gevaarlijke klus want in de velden leven verschillende soorten slangen waarvan er twee dodelijk zijn. In de latere jaren hadden de boeren bedacht om suikerriet te verbranden, het riet moest dan binnen een aantal uren verwerkt zijn tot suiker anders was de hele oogst verloren. Tegenwoordig wordt suikerriet machinaal van de velden gehaald. Langs alle velden ligt een kleine spoorlijn die wordt gebruikt om al het geoogste suikerriet te vervoeren naar de fabrieken. Deze spoorlijn vormt een heel netwerk van honderden kilometers door het oosten van Australie.

Hoe dichter we bij Cairns kwamen hoe groener het werd. Langs de kant van de weg stonden verschillenden borden waarop gewaarschuwd werd dat er overstromingsgevaar is. Hoewel het steeds groener werd zijn we onderweg ook wat bosbrandjes en opgedroogde rivieren tegengekomen. Overstromingen konden we ons niet echt voorstellen, maar het schijnt hier in het regenseizoen erg veel te regenen en dan kunnen de wegen hier overstromen tot wel een meter boven het normale peil.

In Cairns hebben we eigenlijk maar 1 tour gepland. We hadden dus 2 dagen om Cairns te verkennen en een beetje te relaxen. Hier in Cairns heerst een tropisch klimaat, nou dat is te merken. Hoe noordelijker we reizen en hoe dichter we bij de zomer komen hoe warmer het hier wordt. Het is hier overdag rond de 34 graden met een extreme uv-index. De zon brand hier dus flink op je huid, eigenlijk kun je niet langer dan 10 min in de zon staan. Het is dus overdag te warm om iets te ondernemen. Er zijn wel stranden maar daar kun je niet zwemmen in de zee om dat het kwallen seizoen nu begint. Er zijn twee soorten kwallen die gevaarlijk zijn de Box Jellyfish deze kunnen zo groot worden als een basketbal en de tentakels kunnen wel een paar meter lang zijn. Als je deze tentakels aanraakt voelt het als duizenden bijensteken, de tentakels blijven ook aan je huid plakken. Op de stranden staan waarschuwingsborden voor deze kwallen met een fles azijn ernaast. Het azijn moet je gebruiken als iemand is geraakt door een kwal en de tentakels nog op zijn huid heeft zitten. Het azijn zorgt ervoor dat je de tentakels nu van de huid kunt verwijderen zonder verdere schade aan te richten. De andere gevaarlijke en ook dodelijke kwal (als je niet op tijd in het ziekenhuis bent of al in slechte gezondheid bent) is de Irukandji kwal deze is maar 2 cm in diameter en dus moeilijk te zien. Als je door deze kwal geprikt bent kun je eerst niks voelen maar na 4 uur beginnen de verschijnselen te komen, benauwd, spierkrampen, misselijk, zweten, stijgend hartritme en bloeddruk. Je kunt dus geprikt worden door deze kwal, gaan slapen en niet meer wakker worden!

Het andere veel grotere dier waardoor je hier niet in zee kunt zwemmen is de zoutwater krokodil die niet alleen in zout maar ook in zoetwater leeft. Dus ook in de rivieren die in de bergen ontstaan en uitmonden in zee.

In de stad aan zee hebben ze een mooie Lagoon gemaakt. Je moet je dit voorstellen als een mooi park met een groot zwembad wat zandstrandjes, palmbomen, picknicktafels, gratis openbare bbq’s. Dit is waar we onze eerste dag hebben doorgebracht in de schaduw.

De tweede dag zijn we vroeg vertrokken met onze tour naar Cape Tribulation, wat ligt in het tropisch regenwoud Daintree Natonal Park en direct grenst aan het Great Barrier Reef. Dit is een unieke locatie omdat beide gebieden op de werelderfgoedlijst staan en daarbij ontdekt zijn door James Cook.

Onze eerste stop was bij een wandelroute die door het regenwoud liep. Onderweg vertelde de gids over de verschillende bomen en planten die je kunt eten of ergens voor kunt gebruiken zoals de arborignals dat deden. Er was ook een boom bij die 1 centimeter per jaar groeit, die boom was 3 meter hoog!

Door het regenwoud liep ook een soort rivier, die uitmondt in zee en daardoor ook getijden kent, dit gebeurt 4 keer op een dag.

Dat wij er waren was het eb en daardoor zag je alle wortels van de bomen uit de modder steken en waar wel water was konden we de vissen zien zwemmen.

De tweede stop was bij een boot waarmee we naar de overkant van de rivier gebracht werden en tegelijkertijd op zoek gingen naar salty croc’s, zoals ze hier de zoutwaterkrokodillen noemen die bekend staan als de gevaarlijkste krokodillen. Afgelopen jaar zijn er in de staat Nortern Territory al 4 mensen opgegeten door een salty croc.

We hebben 1 hele kleine gezien deze lag verscholen in de bosjes op de kant. Later hebben we er eentje van 4 meter zien zwemmen dit was erg indrukwekkend. Als je een krokodil in de dierentuin ziet, zitten ze altijd stil en kun je je bijna afvragen of ze wel echt zijn. Maar nu zagen we hem zwemmen, ze bewegen alleen met de staart en verder glijden ze heel stil door het water heen. Als je een krokodil in het water ziet liggen is hij al best groot, maar dat is dan nog maar 1/3 van de hele krokodil.

Aan de overkant gekomen zijn we nog een stuk verder gereden naar de plek waar de twee natuurgebieden samenkomen, het regenwoud en the Great Barrier Reef, we zijn naar het strand gelopen en stonden op de enige plek in de wereld waar twee beschermde natuurgebieden samenkomen.

Na de lunch zijn we naar Mossman gereden waar we eerst 10 minuten werden ontvangen door een aboriginal om ons wat dingen over hun cultuur te vertellen. Hij liet ons zelfgemaakte speren en schilden zien, er werd wat verteld over hoe ze de kleuren verkrijgen van verschillende soorten stenen om muurschilderingen mee te maken en hun lichaam te versieren. Ook had hij bladeren die met een beetje water begon te schuimen, zodat ze er zich mee kunnen wassen. En het rook ook nog lekker naar menthol.

Daarna gingen we met een pendelbusje naar de Mossman Gorge rivier waar we even lekker konden afkoelen van de warmte. Helaas konden we hier maar een half uurtje blijven want we moesten alweer terug richting Cairns.

Op de terugweg zijn we nog gestopt bij een uitzichtpunt, waar je de rivier in de zee kon zien stromen en je mooi uitzicht had over de bergen en natuur. In de verte lag nog een eiland die ze Snapper Island noemen, omdat het lijkt op een krokodil die in het water ligt.

Na een lange dag in de bus, met weer veel indrukken van Australie, kwamen we terug in Cairns. De dag erna zijn we naar de Lagoon geweest en hebben we lekker gerelaxed en ons eten gemaakt op de openbare bbq’s.

De volgende dag vliegen we naar Darwin om te gaan kamperen in 2 beschermde aboriginal gebieden, Litchfield en Kakadu national park.

Foto’s